In de hypnotherapie wordt gebruik gemaakt van hypnose.

Bij hypnose word je in een hypnotische toestand (trance) gebracht, waarbij je volledig ontspannen raakt. Hypnose is een wetenschappelijk onderbouwd hulpmiddel. Met behulp van MRI en EEG zijn de verbanden aangetoond tussen de veranderende toestand van de hersenen en trance.

Tijdens de hypnotherapie ben je altijd in controle. Je aandacht gaat meer uit naar je binnenwereld en je kunt het gevoel ervaren van een hele diep slaap. Je weet echter ten alle tijden wat er gebeurt en doet niets wat je niet wilt.

Doordat je met hypnotherapie kan afdalen naar je onderbewustzijn krijg je meer inzicht in jezelf en je overtuigingen waardoor het mogelijk is te achterhalen waar bepaalde problemen zijn ontstaan. Vaak kun je met je ratio (dagelijks denken) niet meer bedenken waarom of hoe dingen gebeurd zijn. Door dat denken naar de achtergrond te brengen en diep contact te maken met je onderbewustzijn krijg je toegang tot veel meer informatie dan je dacht weet van te hebben. Wanneer je de oorzaak vindt van je klachten of problemen, kun je deze ook oplossen.

De therapeut gaat eerst samen met jou in gesprek om je klachten in kaart brengen. Op basis van de uitkomsten uit dit gesprek wordt de behandeling opgesteld.

Tijdens de behandeling kan gebruik gemaakt worden van verschillende trancetechnieken. Ademhalings- en visualisatieoefeningen, ontspanning- en focusoefeningen, maar ook technieken als bijvoorbeeld EMDR. Bij EMDR vraagt de therapeut je aan een bepaalde gebeurtenis terug te denken, terwijl je afgeleid wordt door geluid of het maken van oogbewegingen. Hierdoor ben je beter in staat trauma’s te verwerken, zonder dat je zwaar emotioneel belast wordt.

Daarnaast kun je ook denken aan reïncarnatietechnieken, waarbij je terug gaat naar vorige levens.

Soms neem je bepaalde overtuigingen mee uit een vorig leven, die je nu nog steeds belasten maar niet de oorzaak heeft in dit leven. Wanneer je inzicht krijgt waar deze overtuiging vandaan is gekomen, is het soms makkelijker los te laten.

Een andere techniek is regressietechniek, waarbij je terug gaat naar bepaalde periodes in je huidige leven. Vaak gaat het dan over periodes in je vroege jeugd. Hoewel je wellicht een fijne jeugd hebt gehad, kan je een bepaalde situatie als kind dusdanig met verdriet/boosheid/angst beleefd hebben dat je nu nog steeds bepaalde beslissingen maakt op die gevoelens. Door terug te gaan naar die gebeurtenis en deze te verwerken, kun je de ruimte krijgen andere beslissingen te gaan nemen. Daarnaast zijn er nog tal van andere technieken mogelijk.